UPDATE CORONAQUARANTAINE – Verscherping quarantaineverplichtingen, voorwaardelijke uitzonderingen voor professionele reizen, en sancties
Tijdens het Overlegcomité van 30.12.2020 werden de reisregels aangescherpt om de verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. De juridische basis van deze quarantaineverplichting voor terugkerende reizigers werd uitgewerkt via een wijziging van het Vlaams Decreet van 21.11.2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.
Het was nog even wachten op een uitvoeringsbesluit om de quarantaineverplichting ook daadwerkelijk in de praktijk te kunnen afdwingen. Deze week (op dinsdag 12.01.2021) is dat Uitvoeringsbesluit van 8.01.2021 in werking getreden waardoor er - eindelijk - een wettelijke grondslag bestaat m.b.t. de naleving en afdwingen van de quarantaineverplichting voor o.a. terugkerende reizigers.
Uit vrees dat terugreizende reizigers en de (nog meer) besmettelijke UK-variant de cijfers weer de hoogte in doen schieten, besliste het Overlegcomité van 30.12.2020 om bij terugkeer uit een rode zone automatisch een verplichte quarantaineperiode te voorzien. Er zou ook gezorgd worden voor een controle- en sanctiemechanisme. Voor professionele reizigers (en werknemers) zouden uitzonderingen worden voorzien.
1. De rode zone en de verplichte quarantaine (mét juridische basis) van 10 dagen
Reizigers die terugkeren uit een rode zone (hoog risicogebied) na er meer dan 48 uur te hebben verbleven, moeten verplicht 10 dagen in quarantaine gaan (vanaf de laatste dag in de rode zone). Bij een negatieve test op de 7de dag, kan de quarantaine vervroegd beëindigd worden.
Het Uitvoeringsbesluit van 8.01.2021 bepaalt ook voor andere situaties de duur van de verplichte quarantaine:
bij (ernstig vermoeden van) een besmetting mét symptomen: ten minste 7 dagen (na de aanvang van de symptomen) en dit tot de persoon in kwestie ten minste 3 dagen zonder koorts is en de respiratoire symptomen verbeterd zijn;
bij (ernstig vermoeden van) een besmetting of ernstig vermoeden zonder symptomen: 7 dagen vanaf de datum van de COVID-19-test;
voor elke andere persoon met een verhoogd risico op COVID-19 (bv. omdat die persoon samenwoont of heeft samengewerkt met één van voorgaande personen): 10 dagen vanaf het laatste contact. Bij een negatieve test ten vroegste op de 7de dag, kan de quarantaine vervroegd beëindigd worden.
2. Uitzonderingen voorzien in het Uitvoeringsbesluit
In het Uitvoeringsbesluit worden 3 uitzonderingen op de verplichte quarantaine voorzien, met name:
Na een kort verblijf (niet langer dan 48 uur) in een rode zone. (Dit staat momenteel ter discussie en zal wellicht verstrengd worden bij het volgende Overlegcomité.)
Wanneer de kans op besmetting laag wordt ingeschat (dit geldt niet voor privéreizen naar een rode zone). Dit zal beoordeeld worden aan de hand van de zelfevaluatie die volgt uit het ‘PLF’-formulier die alle reizigers (zowel professionele- als privé) en ongeacht het gekozen transportmiddel, ten vroegste 48 uur voorafgaand aan de moeten invullen. De reiziger die een sms krijgt zal verplicht in quarantaine moeten, aangezien er werd geoordeeld dat er een “hoog risico” op besmetting bestaat. Bovendien zal die persoon in de sms een code ontvangen waarbij hij/zij zich kan laten testen. Voor reizigers die uit een rode zone komen is de quarantaine (en de test) daarentegen steeds verplicht (tenzij een andere uitzondering geldt).
Reizen om essentiële redenen
Het betreft de zogenaamde professionele reizigers. Het Uitvoeringsbesluit heeft de volgende 14 uitzonderingsgevallen vastgelegd: 1) grensbewoners of grensarbeiders, 2) vervoerspersoneel belast met goederenvervoer en ander vervoerspersoneel indien nodig voor de uitoefening van hun functie, 3) diplomaten, 4) personeelsleden van een internationale organisatie of personen die door een internationale organisatie zijn uitgenodigd en van wie de fysieke aanwezigheid vereist is voor de goede werking van die organisatie, 5) militair personeel, 6) personeel van de openbare ordediensten, 7) personeel van de Federale Politie, 8) personeel van de Dienst Vreemdelingenzaken, 9) douanepersoneel, 10) humanitaire hulpverleners en civiel beschermingspersoneel bij de uitoefening van hun functie, 11) passagiers op doorreis, ongeacht van waaruit ze reizen, 12) zeevarenden bij de uitoefening van hun functie, 13) hooggekwalificeerde personen, als hun werk vanuit economisch standpunt noodzakelijk is en niet kan worden uitgesteld. Daaronder worden ook beroepssporters verstaan die zich verplaatsen bij de uitoefening van hun professionele activiteit en 14) leerlingen, studenten en stagiairs die zich dagelijks naar het buitenland verplaatsen.
Op deze uitzondering kan enkel beroep worden gedaan indien zij beschikken over een ‘BTA’-formulier geattesteerd door de werkgever (cfr. infra).
De zelfstandige die in het kader van de beroepsactiviteit een reis maakt naar het buitenland, is volgens de informatie die ons telefonisch werd verschaft door de FOD Economie verplicht dit ‘BTA’-formulier zélf in te vullen, opdat hij/zij een certificaatnummer genereert, waarbij de reis als professioneel kan worden gekwalificeerd. Onder de rubriek ‘algemene gegevens van de reiziger’ zal de zelfstandige de eigen gegevens moeten invullen.
3. Uitzonderingen voor kritische functies in essentiële sectoren en te nemen acties door de werkgever
UPDATE 21.01.2021
De link naar de website van FOD WASO die de uitzondering op de kritische functies in essentiële sectoren nader bepaalde, werd gisteren offline gehaald.
Aangezien deze hogergenoemde uitzondering niet is voorzien door het Uitvoeringsbesluit van 8.01.2021, is er vooralsnog geen wettelijke basis meer om ook kritische functies in essentiële sectoren te voorzien van een uitzondering op de quarantaineplicht.
Bijgevolg is ook deze categorie van reizigers verplicht zich te houden aan de verplichte quarantaine van 10 dagen, na terugkeer uit een rode zone (zie nieuwsbrief titel 1.), en kunnen ze alleen terugvallen op de hogergenoemde uitzonderingen die wel een wettelijke basis hebben.
Tijdens het Overlegcomité van 30.12.2020 werd bovendien bepaald dat uitzonderingen zullen worden voorzien op de quarantaineverplichting voor de werknemers die kritische functies uitoefenen in essentiële sectoren (en dit conform de beslissing van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 2.12.2020). Er kan een gelijkenis gezien worden met bovengenoemde categorie nr. 13, maar het hierbij niet steeds gaan om hooggekwalificeerde personen. Het gaat om alle personen die kritisch zijn in essentiële sectoren. De essentiële sectoren zijn deze die al langer bepaald zijn (MB 28.10.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken).
Op de website van de FOD WASO wordt verduidelijkt dat door de werkgever, en na akkoord van de Ondernemingsraad, zal bepaald moeten worden of een functie onvervangbaar en onontbeerlijk is voor de continuïteit van het bedrijf. Indien het antwoord hierop ‘ja’ is, kan deze persoon vrijgesteld worden van de quarantaineplicht. OPGELET ! Op andere plaatsen, buiten de professionele omgeving, is de betrokkene wél verplicht de quarantaine te respecteren. Bovendien, zal de berokkenen, om in aanmerking te komen voor de quarantaine-uitzondering nog aan volgende voorwaarden moeten voldoen (conform het advies van Economic Risk Management Group): in algemene zin, geen symptomen hebben; niet positief zijn getest op COVID; het contact met het publiek tot het strikte minimum beperken; waar mogelijk geen gebruik maken van openbaar vervoer; niet in staat zijn te telewerken; het respecteren van de afstandregels; het contact met andere medewerkers beperken en geen hoogrisico- contact zijn van iemand die besmet is met COVID en die onder hetzelfde dak woont.
Voor bedrijven die geen Ondernemingsraad hebben, geldt volgende “cascade-regeling” om de kritische functies te bepalen: a. het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (‘CPBW’) geeft haar goedkeuring, b. bij afwezigheid van het CPBW vraagt de werkgever het akkoord van de vakbondsafvaardiging (‘VA’) en c. bij afwezigheid van een VA is de werkgever verplicht zijn/haar voorstel aan de werknemers zélf voor te leggen.
De kritische functie binnen een essentiële sector zal énkel maar in aanmerking komen wanneer alle andere alternatieven om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen zijn uitgeput.
De werkgever is hiervoor verantwoordelijk, en zal in geval van een controle door de Arbeidsinspectie een lijst moeten verstrekken met informatie over werknemers die in aanmerking komen voor hogergenoemde uitzondering (i.e. voornaam-naam, functie in het bedrijf, korte beschrijving van de functie en de datum waarop de lijst is opgesteld). Bovendien zal de werkgever voor desbetreffende werknemer een certificaat van uitzondering op de quarantaineplicht moeten opstellen.
4. ‘PLF-formulier’ aangevuld met BTA-formulier
Alle reizigers (zowel professionele- als privé) en ongeacht het gekozen transportmiddel, moeten nog steeds ten vroegste 48 uur voorafgaand aan de aankomst in België het ‘PLF-formulier’ invullen (MB 28.10.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken).
Sedert 4.01.2021 zal bij de beoordeling van het ‘PLF’-formulier rekening gehouden worden met professionele verplaatsingen die door de werkgever zijn geattesteerd bij het invullen van de zelfevaluatie (‘BTA’-formulier; Business Travel Abroad; cfr. supra). Hierbij wordt het onderscheid tussen professionele -en privéreizen -eindelijk- ook gemaakt, en zal bij de beoordeling voor professionele reizen een aangepaste score gelden op basis waarvan al dan niet beslist wordt tot het respecteren van de verplichte quarantaine.
Bij professionele reizen zijn dus de volgende stappen nodig:
Het ‘BTA’-formulier dat door de Belgische werkgever of opdrachtgever moet online worden ingevuld voor het vertrek van de betrokken werknemer; LET OP ! Zelfstandigen zijn verplicht dit ‘BTA’-formulier bij terugkeer naar België zélf in te vullen.
Het ingevulde ‘BTA’-formulier genereert een certificaatnummer dat in het ‘PLF’-formulier moet worden ingegeven om de rubriek ‘professionele reizen’ te activeren (zonder dit nummer kan de reis niet als professioneel beschouwd worden);
Het ‘PLF’-formulier wordt door de werknemer ingevuld ten vroegste 48 uur voor de terugkeer naar België.
De betrokkene die om professionele redenen reist, maar niet beschikt over een geldig certificaatnummer, kan de rubriek professionele reis in het ‘PLF’-formulier niet activeren, en zal bijgevolg onder de regeling van niet-professionele reizen, mét verplichte quarantaine vallen.
5. Verplichte negatieve ‘PCR-test’
Sedert 25.12.2020 zijn alle niet-inwoners van België die naar ons land reizen, verplicht in het bezit te zijn van een negatieve ‘PCR-test’ voor vertrek. Deze test mag ten vroegste 72 uur vóór aanvang van de werkzaamheden of activiteit in België worden afgenomen (artikel 21 § 7 MB van 28.10.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken). Dit negatief resultaat kan worden gecontroleerd door de preventieadviseurs-arbeidsartsen en door alle diensten en instellingen belast met het toezicht op de naleving hiervan (i.e. de lokale overheden; artikel 1 MB 12.01.2021).
Belgische inwoners die langer dan 48 uur hebben verbleven in een rode zone, zijn verplicht zich op dag 1 en dag 7 van de quarantaine te laten testen (artikel 3 Besluit Vlaamse Regering 8.01.2021). Niet-inwoners die terugkeren uit een rode zone en daar meer dan 48 uur hebben verbleven, moeten zich op dag 7 van de quarantaine laten testen.
6. Handhaving van de quarantaineverplichting?
Het Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering en de recente aanpassing van het Decreet van 21.11.2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, waren nodig om het regelgevend kader verder verduidelijken en aan te scherpen om sancties mogelijk te maken.
In het kader van het contactonderzoek kregen veldonderzoekers de mogelijkheid om fysieke bezoeken af te leggen tussen 8 uur s ’morgens en acht uur s’ avonds (artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering). Bij niet-naleving van de quarantaineplicht hebben lokale besturen zelfs de mogelijkheid processen-verbaal op te stellen. Bijgevolg kan er méér gecontroleerd worden op de naleving van de quarantainemaatregelen.
Op de arbeidsplaatsen, mogen de preventieadviseurs-arbeidsartsen, evenals alle diensten en instellingen belast met het toezicht op de coronamaatregelen, aan de betrokken personen vragen het bewijs te leveren dat zij de verplichtingen naleven (artikel 2 MB 12.01.2021).
Diegene die geen gevolg geven aan de dwangmaatregelen die werden opgelegd ingevolge artikel 47/1 van het Decreet, of diegene die de uitvoering of de naleving ervan verhinderen of belemmeren, kunnen in toepassing van het Sociaal Strafwetboek gesanctioneerd worden met een geldboete van 208 tot 4.000 EUR en met een gevangenisstraf van acht dagen tot 6 maanden of met een van de straffen alleen. De grondslag hiervan is te vinden in het Decreet van 21.11.2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid.
Datum: 14 januari 2021. Deze nieuwsbrief en de bijhorende documenten zijn louter informatief en dienen niet beschouwd te worden als een juridisch advies.
Bronnen:
https://diplomatie.belgium.be/nl
https://www.premier.be/nl/verplichte-quarantaine-en-test
https://www.info-coronavirus.be/nl/reizen/
https://www.info-coronavirus.be/nl/faq/#006
Decreet van 18 december 2020 tot wijziging van het Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en van het Decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19.
Ministerieel Besluit 12 januari 2021 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
Ministerieel Besluit 24 december 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Ministerieel Besluit 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contractonderzoek in het kader van COVID-19.