Boek 6 van het nieuw burgerlijk wetboek: het einde van het samenloopverbod en van de quasi-immuniteit van hulppersonen (deel 2)


 

Impact op het algemene contractenrecht

1.INLEIDING

Op 2 februari 2024 werd het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ goedgekeurd.

Met deze goedkeuring wordt de veelbesproken afschaffing van de quasi-immuniteit van de hulppersoon een feit. 

In deel 1 van onze reeks werd u toegelicht wat dit precies betekent en welke onduidelijkheden en eventuele ongewenste gevolgen dit met zich mee zal brengen.

In dit deel 2 bespreken wij concreet wat deze gevolgen zullen zijn voor contracten die vallen onder het algemene contractenrecht en geven wij alvast ook enkele aandachtspunten en praktische tips mee.


2.GEVOLGEN VOOR HET ALGEMENE CONTRACTENRECHT

Het algemene contractenrecht is het recht dat van toepassing is op elk contract voor zover bijzondere wetgeving er niet van afwijkt. Dit algemene contractenrecht vindt men in Boek 5: ‘Verbintenissen’ van het Burgerlijk Wetboek, dat op 1 januari 2023 in werking is getreden.

Dienstverleningsovereenkomsten” en “samenwerkingsovereenkomsten” zijn voorbeelden van contracten die voor een groot deel beheerst worden door het algemene contractenrecht. Voor deze contracten geldt een zeer grote contractvrijheid. Partijen hebben een ruime mogelijkheid om hun onderlinge rechten en verplichtingen vrij te moduleren.

Een voorbeeld van een dienstverleningsovereenkomst is een consultancyovereenkomst waarbij  een opdrachtgever, die een nieuw softwarepakket wenst te laten ontwikkelen en implementeren, hiervoor een beroep doet op een IT-consultancybureau.

Vaak heeft het IT-consultancybureau een samenwerkingsovereenkomst met een zelfstandig dienstverlener-consultant (hierna de consultant) aan wie de opdracht wordt toevertrouwd. Deze consultant zal vanaf de inwerkingtreding van boek 6 op 01.01.2025 in principe rechtstreeks buitencontractueel aansprakelijk gesteld kunnen worden door de opdrachtgever (onder de voorwaarden zoals uiteengezet in deel 1 indien hij een fout begaat in de uitvoering van deze opdracht en hierdoor schade berokkent aan de opdrachtgever. De consultant zal vanaf dan dus niet meer kunnen genieten van de quasi-immuniteit die het huidige recht hem biedt.

 

3.AANDACHTSPUNTEN EN PRAKTISCHE TIPS

Stel dat de software die ontwikkeld werd door de consultant op vraag van het IT-consultancybureau ‘gehackt’ wordt en hierdoor allerlei belangrijke en vertrouwelijke informatie van de opdrachtgever publiek gemaakt wordt. De opdrachtgever verwijt de consultant een gebrekkige uitvoering van de opdracht.

 Hoe kan de consultant zich tegen een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering van de opdrachtgever beschermen, waarmee hij immers geen rechtstreekse contractuele band heeft?

  • Conventioneel samenloopverbod - De consultant tracht in het beste geval een buitencontractuele aansprakelijkheidsvordering  uit te sluiten door een aanpassing in beide contractuele relaties te voorzien:

  • in het contract tussen de opdrachtgever en het consultancybureau wordt afgesproken dat de opdrachtgever, bij niet-uitvoering van de contractuele verbintenis, enkel het consultancybureau kan aanspreken en dat de opdrachtgever de consultant niet buitencontractueel kan aanspreken; en

  • in zijn contract met het consultancybureau wordt afgesproken dat, bij niet-uitvoering van de contractuele verbintenis, het consultancybureau hem daarvoor enkel contractueel kan aanspreken en niet buitencontractueel.

 

Op die manier wordt het samenloopverbod (zoals het vandaag wettelijk bestaat) bij overeenkomst terug ingevoerd en hebben alle partijen zich hiermee uitdrukkelijk akkoord verklaard. De nieuwe regeling van boek 6 is immers van aanvullend recht, zodat partijen hiervan kunnen afwijken.

Als het niet mogelijk of wenselijk is om zulke aanpassing te onderhandelen in het contract tussen de opdrachtgever en het IT-consultancybureau, is het alleszins raadzaam om deze uitsluiting op te nemen in het eigen contract (het contract tussen de consultant en het IT-consultancybureau). Op die manier kan de consultant dit als verweermiddel inroepen tegen de opdrachtgever, aangezien de wet voorziet dat de opdrachtgever zich deze verweermiddelen moet laten tegenwerpen (zie ook hierna).

Ter optimalisatie kan in het contract van de consultant met het IT-consultancybureau nog worden voorzien dat het consultancybureau de consultant vrijwaart voor alle aanspraken en kosten van verweer indien de consultant alsnog buitencontractueel zou worden aangesproken door de opdrachtgever.

 

  • Inroepen van verweermiddelen - Zoals uiteengezet in deel 1 van deze reeks, heeft de wetgever uitzonderingen en correcties voorzien op de afschaffing van de quasi-immuniteit. Indien partijen bij aanvang niet overeenkomen om het samenloopverbod contractueel terug in te voeren, dan kan de consultant in elk geval zowel de verweermiddelen uit het hoofdcontract (tussen de opdrachtgever en het consultancybureau) inroepen tegen de opdrachtgever, alsook de verweermiddelen uit zijn eigen contract met het consultancybureau. Verweermiddelen zijn alle mogelijke contractuele bepalingen die de aansprakelijkheid uitsluiten of beperken, zoals:

  • een beding dat de aansprakelijkheid beperkt of uitsluit (bv. enkel aansprakelijkheid in geval van zware fout of opzet en geen aansprakelijkheid voor indirecte of gevolgschade, zoals winstderving)

  • een beding dat de aansprakelijkheid regelt naar omvang (de aansprakelijkheid wordt bv. beperkt tot het bedrag van de gefactureerde diensten of een ander bedrag);

  • een verjaringsbeding waarbij de verjaringstermijn om een vordering in te stellen wordt beperkt;

 

Dergelijke bedingen zijn op hun beurt onderworpen aan beperkingen en dienen dan ook met de nodige zorg te worden opgesteld.

Ook doet de consultant er goed aan om zicht te krijgen op het contract tussen het consultancybureau en de opdrachtgever om zo een idee te krijgen van de verweermiddelen die hierin werden opgenomen en die eveneens in zijn voordeel kunnen worden ingeroepen.

  • Opletten met ketens – Bij dit alles blijft steeds de moeilijkheid dat het niet altijd duidelijk is of er boven de gekende opdrachtgever, nog andere opdrachtgevers in de keten zijn. Het zal niet altijd mogelijk zijn om dit te achterhalen en al zeker niet om in elke contractuele relatie in de keten in te grijpen. Waakzaamheid is dan ook geboden.

  • Optimalisatie verzekeringspolissen – Evident is het raadzaam om de verzekeringspolissen te controleren en deze eventueel aan te passen. Dit geldt in de eerste plaats voor de eigen beroepsaansprakelijkheidsverzekering: geldt deze ook voor buitencontractuele aansprakelijkheidsvorderingen die hun oorsprong vinden in de niet-uitvoering van een contract? Daarnaast kan nagegaan worden in welke mate de consultant enige dekking geniet onder de polis van het consultancybureau.

  • Onbeslagbaarheid van de gezinswoning - Ten slotte kan de consultant nog in  bijkomende bescherming voorzien. Zelfstandigen kunnen immers voor een notaris een verklaring van ‘onbeslagbaarheid van de gezinswoning’ afleggen. Hiermee vermijdt de consultant in ieder geval dat schuldeisers beslag zouden leggen op zijn gezinswoning indien hij een professionele schuld, bv. uit zijn professionele aansprakelijkheid, niet zou kunnen betalen.

 

Wenst u uw contract te laten nakijken of op maat te laten opstellen in functie van de nieuwe regels van Boek 6, aarzel dan niet om ons te contacteren.


3-6-2024 Deze nieuwsbrief is louter informatief en dient niet beschouwd te worden als een juridisch advies. Voor uw vragen of een juridisch advies kan u contact opnemen met ons kantoor.


Op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin

Geert Reniers - vennoot

Contracten- en ondernemingsrecht

Lien Beckers - advocaat

Contracten- en ondernemingsrecht

Ine Coumans - advocaat

Ondernemingsrecht, vastgoed