Impact van het WVV op de bestuurders vanaf 1 januari 2020

Zoals in onze vorige FAQTS werd meegedeeld, zijn de dwingende bepalingen van het Wetboek voor Vennootschappen en Verenigingen (het “WVV”) vanaf 1 januari 2020 in werking getreden voor alle bestaande vennootschappen.

Belangrijk om te weten is dat het WVV o.m. strengere regels oplegt m.b.t. de uitoefening van bestuursmandaten, hetgeen tot gevolg kan hebben dat uw bestuursorgaan op heden niet meer rechtsgeldig is samengesteld.

We sommen de belangrijkste aandachtspunten voor u op:

1. Einde van de werknemer-bestuurder

Sinds 1 januari 2020 mag een natuurlijk persoon niet meer via een arbeidsovereenkomst de functie van bestuurder, lid van de raad van toezicht of van de directieraad uitoefenen, en dit op straffe van nietigheid. Met andere woorden worden deze mandaten voortaan steeds uitgeoefend onder het statuut van zelfstandige.

Het blijft wel mogelijk dat de mandataris voor de uitoefening van een andere functie via een arbeidsovereenkomst verbonden is met de vennootschap, zolang de taken waarop de arbeidsovereenkomst betrekking heeft voldoende onderscheiden zijn van de taken als voormeld lid van het bestuursorgaan én worden uitgeoefend in ondergeschikt verband ten aanzien van de vennootschap.

“Indien een bestuursorgaan onregelmatig is samengesteld, zal de rechtsgeldigheid van de door haar aangenomen beslissingen immers in vraag gesteld kunnen worden, met alle gevolgen vandien. ”

2. Geen cascade van vaste vertegenwoordigers

Indien een rechtspersoon optreedt als (dagelijks) bestuurder van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, moet zij steeds een natuurlijke persoon aanwijzen als haar vaste vertegenwoordiger, die belast wordt met de uitvoering van het mandaat in haar naam en voor haar rekening.

Hiermee tracht de wetgever een halt toe te roepen aan de cascade van vaste vertegenwoordigers-rechtspersonen (managementvennootschap na managementvennootschap). Het is niet langer toegelaten om een rechtspersoon aan te duiden als vaste vertegenwoordiger.

Tegelijkertijd werd de hoedanigheidsvereiste van de vaste vertegenwoordiger onder het WVV wel versoepeld. Zo kan elke natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger worden aangeduid en hoeft dit niet noodzakelijkerwijze een werknemer, bestuurder of aandeelhouder van de vennootschap meer te zijn.

3. Een bestuurder wordt slechts met één petje toegelaten

Het is niet meer mogelijk om als natuurlijke persoon met een dubbele hoedanigheid in een bestuursorgaan te zetelen, bijvoorbeeld in persoonlijke naam én als vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon-bestuurder.

Het “2 petjes”-principe was nochtans een gangbare praktijk, vnl. in de vennootschappen waarin verplicht meerdere bestuurders dienden te worden aangesteld (zoals bijvoorbeeld in de collegiale bestuursorganen in de NV).

De vennootschappen die in overtreding zijn, zullen dit dienen recht te zetten via een ontslag van de bestuurder en desgevallend een bijkomende benoeming, dan wel via een aanpassing van hun statuten (bv. door te voorzien dat er slechts één bestuurder moet worden aangesteld).

Besluit

Het is van belang dat u voor de huidige bestuursstructuur van uw vennootschap nagaat of deze nog voldoet aan de nieuwe vereisten van het WVV en desgevallend actie onderneemt.

Indien een bestuursorgaan onregelmatig is samengesteld, zal de rechtsgeldigheid van de door haar aangenomen beslissingen immers in vraag gesteld kunnen worden, met alle gevolgen vandien.

Uiteraard staat ons team altijd klaar om u hierin bij te staan of verdere toelichting over te geven.

Heeft u als ondernemer vragen over uw vennootschapsstructuur? Ons team vennootschapsrecht staat u graag bij. Neem vrijblijvend contact op om kennis te maken.