De rechtstreekse vordering van de onderaannemer


 

Bouwprojecten bestaan vaak uit een cascade van samenwerkingen. Zonder de nodige bescherming kan een faillissement voor een waterval aan problemen zorgen. 

Gelukkig was de wetgever zich hier ook van bewust, en heeft die om hieraan tegemoet te komen de ‘rechtstreekse vordering’ voorzien in ons Burgerlijk Wetboek. 

Een beroep op deze rechtstreekse vordering kan u als onderaannemer belangrijke voordelen opleveren. We brengen ze daarom graag nog eens onder uw aandacht.  


De basisregel in ons recht is dat een overeenkomst enkel gevolgen heeft voor de partijen die hierbij zijn betrokken. De rechtstreekse vordering is voor onderaannemers de welgekomen uitzondering op deze regel.

Wat is het?

De bouwheer doet beroep op een hoofdaannemer, die op zijn beurt voor bepaalde werken beroep doet op een onderaannemer, die gebruik maakt van de diensten van een zelfstandig metselaar enzovoort. De hoofdaannemer kan niet betalen. Hierdoor komt de onderaannemer in de problemen, en mogelijks de metselaar ook. 

Wanneer echter de onderaannemer tijdig een rechtstreekse vordering heeft ingesteld, zal hij over de hoofdaannemer heen kunnen springen en de bouwheer kunnen aanspreken voor zijn nog openstaande vordering.

Let wel : u kan slechts de schuldenaar van uw schuldenaar aanspreken. Het zal dus voor de metselaar niet mogelijk zijn om de bouwheer aan te spreken bij betalingsproblemen van de onderaannemer, hij zal zich tot de hoofdaannemer moeten richten.

Voor wie?

Metselaars, timmerlieden, arbeiders, vaklui of onderaannemers betrokken bij het oprichten van het gebouw of bij andere werken van aanneming.

Dus niet voor : bedienden of arbeiders van de onderaannemer, leveranciers of verhuurders van de materialen.

Gevolgen?

De bouwheer kan enkel bevrijdend betalen in uw handen, ook na faillissement. Bij samenloop van verschillende rechtstreekse vorderingen zal de bouwheer de beschikbare gelden pondspondsgewijs moeten verdelen.

 

Hoe correct in te stellen?

In theorie kan dit bij dagvaarding, per gewone of aangetekende brief, of zelfs per e-mail. In de praktijk is het echter belangrijk dat u kan bewijzen dat u de rechtstreekse vordering hebt ingesteld door betaling te eisen, en wanneer u dit hebt gedaan. Uw rechten zijn pas gefixeerd na het instellen van de rechtstreekse vordering, hetgeen niet meer mogelijk is na faillissement.

 

Nog tips?

  • Maak de rechtstreekse vordering over per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs. Zo wordt elke discussie vermeden. In geval van hoogdringendheid (bvb. aan de vooravond van een faillissement) kan dit ook via email tegen ontvangstbewijs, of via betekening door de gerechtsdeurwaarder.

  • Ook aannemingswerken van intellectuele aard komen in aanmerking, zoals bijvoorbeeld de prestaties van een ingenieurs- of studiebureau.

  • Indien de bouwheer geen gehoor geeft aan uw vordering, kan u hem schriftelijk vragen om de gelden te consigneren. Deze is hier dan toe verplicht.

  • U kan de rechtstreekse vordering ook instellen in het kader van een overheidsopdracht.

 

Nieuw recht

Ook in Boek 5 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek heeft de wetgever de rechtstreekse vordering voorzien.

Men gaat hiermee zelfs nog een stap verder, en geeft deze rechtsfiguur in artikel 5.110 BW (inwerkingtreding 01.01.2023) een plaats in het gemeen recht. Dit artikel is echter slechts een algemene bepaling, waardoor de wetgever nog geval per geval zal moeten bepalen of ze kan worden ingeroepen.

Aangezien er nog geen specifieke nieuwe bepaling werd voorzien voor de rechtstreekse vordering van de onderaannemer, blijft het oude recht voorlopig nog van toepassing.

To be continued!

Vragen, aarzel niet om ons te contacteren!


3 -10-2022 Deze nieuwsbrief is louter informatief en dient niet beschouwd te worden als een juridisch advies. Voor uw vragen of een juridisch advies kan u contact opnemen met ons kantoor.

Michiel Ryckalts - vennoot

Vastgoed- en aansprakelijkheidsrecht

Sanne Mahieu - advocaat

Ondernemingsrecht, vastgoed- en bouwrecht, bemiddeling

Ine Coumans - advocaat

Contracten- en ondernemingsrecht

Lene Leyssen - advocaat

Handels- en ondernemingsrecht en contracten
Bouwrecht en vastgoed